De oude man op deze vier etsen wordt vanouds aangeduid als Rembrandts vader, Harmen Gerritsz van Rijn. Of hij het echt is blijft onzeker, maar opvallend is dat Rembrandt al deze prentjes maakte in 1630, het jaar waarin zijn vader overleed. Hij brengt de rimpelige huid zo nauwgezet in beeld dat het goed voorstelbaar is dat hij direct op de etsplaat werkte terwijl zijn model voor hem zat.