Jacob Kosters, afkomstig uit Duitsland, kwam in 1651 naar Maastricht, waar hij woonde in het huis Het Hangende Zwaard. Hij was lid van het koopmansgilde. Diverse ambachtslieden – lopen-, lade- en slotenmakers – leverden hem onderdelen. Kosters assembleerde deze vervolgens tot complete wapens, die hij met zijn naam signeerde op de slotplaat.