Offa was van 757 tot zijn dood in juli 796 koning van Mercia. Hij was de zoon van Thingfrith en een afstammeling van Eowa van Mercia. Offa kwam op de Mercische troon na een periode van burgeroorlog die was begonnen met de moord op Æthelbald van Mercia. Hij wist zijn concurrent Beornred van Mercia te verslaan. In de beginjaren van Offa's bewind consolideerde hij waarschijnlijk zijn controle over de Hwicce en de Magonsæte, volkeren in de Midlands. Offa wist te profiteren van de instabiliteit in het koninkrijk Kent om daar zijn opperheerschappij te vestigen. Offa had tegen 771 ook de controle over het koninkrijk Sussex, hoewel zijn gezag in beide grondgebieden niet onomstreden bleef. In de jaren 780 wist hij de Mercische suprematie over het grootste deel van het zuiden van Engeland te vestigen. Door een bondgenootschap te sluiten met Beorhtric van Wessex, die met Offa's dochter Eadburh in het huwelijk trad, wist hij de volledige controle over het zuidoosten te herwinnen.