De teksten op weerszijden van dit blad zetten vele gevoelens van devotie uiteen die een toegewijde voor Krishna kon hebben. Zo is Krishna tegelijkertijd een jonge koeherder én een verschijning van de oppergod Vishnu. De fluit die hij vasthoudt, staat symbool voor de speelsheid
die met dit personage is verbonden. Ondertussen zorgt hij ervoor dat zijn volgelingen niet verdwalen, weergegeven met de koeien die achter hem aanlopen.