Weinig schilders waren aan het einde van de 18de eeuw zo populair als de 17de-eeuwse landschapschilder Aelbert Cuyp. Vooral de Engelse aristocratie verzamelde zijn werk. Jacob van Strij, die net als Cuyp uit Dordrecht kwam, baseerde zijn landschappen op het werk van zijn beroemde voorganger, maar hij gebruikte meer kleuraccenten en een opvallende gouden gloed in de lucht.