Dit werk gold lange tijd als het vroegst bekende zelfportret in de Noord-Nederlandse schilderkunst, maar het is waarschijnlijk gemaakt naar een verloren werk. Dergelijke portretten zijn illustratief voor de groeiende status van kunstenaars. Jacob Cornelisz kijkt ons direct aan. Achter hem hangt een papiertje met het jaartal 1533 en zijn monogram: I W (omgekeerd) v A (‘J[acob] W[ar] v[an] A[msterdam]’).
Geïnteresseerd in Visual arts?
Krijg updates met je gepersonaliseerde Culture Weekly
Je bent helemaal klaar
Je krijgt deze week je eerste Culture Weekly.