Ongenaakbaar en onaangedaan zit Fredegonda aan het sterfbed van de man die op haar bevel is neergestoken in de kerk. Achteloos speelt ze met haar lange vlecht die bijna tot op de grond komt. Ze wacht rustig op de dood van haar tegenstander. Het schilderij wordt zo goed ontvangen op de Winter Salon van Brussel, dat Tadema besluit naar deze stad te verhuizen.