Vitus was een jongen uit Sicilië die in de vierde eeuw zijn bekering tot het christendom met vele barbaarse martelingen moest bekopen. De wreedste daarvan was dat hij als twaalfjarige jongen in een pot met olie, hars en pek werd gekookt. Hij overleefde wonderwel door zijn onwrikbare geloof. De voorstelling van Vitus in de kookpot werd in de middeleeuwen zeer populair, vooral in Zuid-Duitsland.