De buitenste panelen van het bovenregister van het retabel worden ingenomen door de bijbelse stamouders van de mensheid, Adam en Eva. Staande in een nis zijn zij de enigen aan de binnenkant van het retabel die niet de blauwe hemel als achtergrond hebben. Dit onderscheidt ze van de hemelse figuren. Toch zijn zij in het gezelschap opgenomen, want als eerste zondaars zijn zij ook de eerste verlosten. Ze staan symbool voor de gehele mensheid die door het Lam verlost is van zonde en dood. Ondanks de teksten, die vermelden dat zij door de zonde de dood brachten, kijken Adam en Eva zeer sereen voor zich uit. Zij delen in de statische, niet-gedramatiseerde atmosfeer van het hele retabel. Let op de vrucht van Eva, geen appel maar een citrusvrucht, misschien om de bitterheid van de zondeval uit te drukken.