Dit paneel is onderdeel van een serie die de seizoenen of periodes in het jaar toont, en die Bruegel in opdracht van de Antwerpse koopman Niclaes Jongelinck had gemaakt. De serie telde zes werken, waarvan er nog vijf bewaard zijn gebleven. De andere vier zijn: Donkere dagen, Jagers in de sneeuw, De terugkeer van de kudde (Kunsthistorisches Museum, Wenen) en De hooioogst (Lobkowicz Collections, Praag). Deze opvallende groep schilderijen vormt een keerpunt in de geschiedenis van de westerse kunst. Het religieuze voorwendsel voor landschapsschilderen is hier immers vervangen door een nieuw soort humanisme, en Bruegels ongeïdealiseerde beschrijving van de lokale taferelen is gebaseerd op eigen waarnemingen.