Twee paarden staan op een verhoging voor een uitgestrekt weidelandschap met vee. In de verte is de stad
Delft te zien. De wapperende staarten en manen en de laaghangende bewolking geven aan dat het guur en
winderig weer is. Potter versterkt de levendigheid van de voorstelling door het witte paard voor een donkere
bosschage te plaatsen en het donkerbruine paard voor een lichte wolkenlucht.