De stad Cananor aan de zuidwestkust van India werd in 1663 door de VOC op de Portugezen veroverd. De
militaire positie van de Portugezen op de Malabarkust was op dat moment ernstig verzwakt, waardoor de compagnie vrijwel geen tegenstand ondervond. De streek leverde peper en kardemom, een specerij voor de bereiding van koek. Uiteindelijk verloor de compagnie Cananor aan de Engelsen.