In een bosrijk landschap trekt een vrolijk gezelschap met paard en wagen langs enkele boerderijen. Figuren aan de kant van de zandweg beantwoorden hun uitbundige gezwaai. Meindert Hobbema, hier op het hoogtepunt van zijn carrière, leerde het vak van Jacob van Ruisdael. Hoewel Hobbema’s landschappen erg lijken op die van zijn leermeester, zijn zij vrolijker en lichter. Boomtoppen strekken zich hoog uit in de lucht en de bladeren glanzen in de zon. Opvallend is dat Hobbema zijn bomen van achteren belichtte, wat de voorstelling extra diepte geeft.