Toverstaf die zowel geluk kan verzekeren, rampen kan weren als ziekte, dood en verderf kan veroorzaken. De staf was het belangrijkste hulpmiddel van de priester-genezer (datu of guru). Hij werd gebruikt bij verschillende ceremoniën waarin de datu de toekomst voorspelde of waarin hij het onheil afriep over vijandige personen en dorpen.
De hier afgebeelde staf noemt men een 'tunggal panaluan'. Deze wordt gekenmerkt door een groot aantal uitgesneden menselijke en dierlijke figuren die boven elkaar geordend zijn. De toverstaf werd zelf door de datu gesneden. Voor het maken van een 'tunggal panaluan' kon de datu alleen gebruik maken van het hout van de cassia javanica. Deze boomsoort neemt een centrale plaats in in een mythe waarin een ontstaansgeschiedenis van de Batak vertelt wordt. Ook de uitgesneden figuren zijn afkomstig uit deze mythe. Omdat de staf door de priester-genezer zelf werd gesneden, komen ze in vele vormen en stijlen voor (Sibeth 1991: 133).
Om de staf magische krachten te geven moest de datu deze eerst inwijden. Dit deed hij door in de staf gaten te maken en deze te vullen met een tovermiddel, 'pupuk'. Pupuk verkreeg de datu door een uit een naburig dorp ontvoerd kind in te graven tot het hoofd. Nadat het kind had gezworen zich in te zetten voor het welzijn van het dorp, goot de datu vloeibaar lood in de mond van het kind. Op deze wijze wist de datu de geest van het kind voor zich te laten werken. Uit het lichaam van het dode kind werd de pupuk gemaakt (Sibeth 1991: 136, 138).
De datu was naast het dorpshoofd de belangrijkste persoon van het dorp. Bij vragen of problemen in het dorp of in een persoonlijk leven werd de datu geraadpleegd. Hij was bemiddelaar tussen voorouders en mensen, hij was ceremoniemeester bij plechtigheden en hij was genezer. De sociale positie van de priester-genezer was gespleten: hij werd bewonderd en gevreesd. Men werd priester-genezer door voorbestemming of door benoeming, niet uit vrije wil. Veelal waren de priester-genezers verwant aan de stichters van het dorp (Sibeth 1991: 126).
circa 177cm (69 11/16in.)
Source: collectie.tropenmuseum.nl