Onbekend is wie Du Jardin hier levensgroot heeft vereeuwigd, maar hij is een heer van stand of een die dat pretendeert. We treffen hem tijdens de jacht, het voorrecht van de adel. De zelfverzekerde blik, kostbare rijkleding en de om hem heen drentelende windhonden: een en al statusvertoon. Door het lage standpunt kijken we letterlijk tegen hem op.