Gebatikt altaarkleed, tokwi genaamd, wat letterlijk ‘altaarrok’ betekent. Bij belangrijke rituelen werden kleden als deze aan de voorkant van de offertafel gebonden. In China waren ze van geborduurde stof, op Java werden ook vaak gebatikte tokwi gebruikt. Bij huwelijken en andere feestelijke gebeurtenissen waren ze rood van kleur.
De Acht Onsterfelijken in de bovenste rand staan voor vreugde en geluk. In het midden staat een draak afgebeeld met daarnaast Chinese feniksen en qilin. De feniks representeert een lang leven, terwijl een kilin staat voor welvaart. De qilin, draak en feniks zijn spirituele dieren. De draak is het mannelijke symbool voor perfectie en heeft bovennatuurlijke krachten. De vliegende feniks werd in de Qin dynastie het symbool voor de keizerin, en dus voor vrouwelijkheid en vruchtbaarheid (het is een typisch motief voor een bruid), terwijl een staande feniks een mannelijke connotatie heeft en symbool voor de keizer is. De qilin heeft schubben, hoeven en soms een hoorn en is bekend in het Confucianisme als een goed teken, staande voor een lang leven en groot geluk (Duggan, 2001).