De komeetstaartvlinder uit Madagaskar is met zijn knalgele kleur, extreem lange staart en een spanwijdte van ongeveer twintig centimeter een spectaculaire verschijning. Eigenlijk zijn de twee lange slierten geen staarten maar lintvormige verlengstukken van de achtervleugels. Evenals veel andere soorten uit de familie van de nachtpauwogen (Saturniidae) spinnen de rupsen voor de verpopping een zijden cocon. De vlinders leven maar kort, hooguit enkele dagen of weken. Ze hebben geen monddelen en moeten het doen met al het vocht en vet dat ze vanaf het rupsenstadium hebben meegekregen.