De tabakkoker is een uitgehold bamboestengeldeel waar tabak in bewaard werd. Op de koker zijn spiraalpatronen aangebracht. Deze koker is aan een kant open en aan de buitenzijde versierd met verticale banen, met in elkaar overlopende spiralen, waarbij de delen in bas reliëf zwart zijn gekleurd. Om het midden van de koker loopt een 1,5 cm brede concave zwart gekleurde band.
De tabak werd in deze kokers beschermd tegen verkruimeling. Het natuurlijke tussenschot in het bamboe diende als bodem. De koker werd aan de bovenkant afgesloten met een propje bladeren, bast of ander plantaardig materiaal. De tabakskoker werd meegedragen in een tas of simpelweg onder de arm.
Volgens Greub, Art of the Northwest New Guinea (1995: 125) werd dit object door alle dorpelingen veelvuldig gebruikt. Van der Sande merkt op dat het alleen de mannen waren die de tabakskokers meedroegen (Nova Guinea Vol. III, 1907: 17).
Het roken van een zelfgemaakte sigaar van palmblad en tabak was een delicatesse
voor de bewoners van het Sentanimeergebied (Nova Guinea Vol. III, 1907: 17).
circa 29,5 x 7cm (11 5/8 x 2 3/4in.)
Source: collectie.tropenmuseum.nl
You are all set!
Your first Culture Weekly will arrive this week.