De poema heeft niet de bouw en snelheid om een prooi langdurig te achtervolgen. De verrassingsaanval is zijn tactiek. Dit exemplaar is duidelijk vastberaden om zijn poging te laten slagen. In opperste concentratie sluipt hij met zijn typische enge lege poemablik langzaam en beheerst op zijn slachtoffer af. Daarbij beweegt hij zich stiekem door de vegetatie, met zijn lichaam zo laag mogelijk bij de grond. Een hert of andere grote prooi kan hij alleen overmeesteren door hem met veel kracht van dichtbij bespringen. Uiteindelijk wordt het ongelukkige dier tussen de scherpe klauwen vastgeklemd en met een krachtige beet in de nek gedood.