Volkenkunde werd in de negentiende eeuw vooral in de studeerkamer beoefend, veilig thuis in Europa. Op verzoek van antropologen werden objecten gefotografeerd die zich in musea of particuliere verzamelingen elders bevonden. De inheemse bevolking werd in de studio geportretteerd, soms met dezelfde objecten die op foto’s van verzamelingen te zien zijn. (1)
Foto 60005526 is zo'n studioportret van een "Dayak in krijgskleding" (het originele onderschrift luidt: "Dayak in Kriegsrüstung"). Hij draagt attributen uit de verzameling die ordelijk is vastgelegd op deze foto (origineel bijschrift: "Dayak Waffen") en uit die op foto 60005525 (origineel bijschrift: "Alfoeren, Waffen"). De serie foto's is gemaakt in een fotostudio, in de laatste decennia van de negentiende eeuw. Het primitieve, vaak ook exotische en idyllische beeld van de inheemse bevolking werd in die tijd bewust gecreëerd in de studio, waar de fotograaf met behulp van een ’vrij naar de natuur’ geschilderd achtergronddoek figuranten liet poseren. Soms gebruikte hij juist een egaal wit of donker achtergronddoek, zoals bij deze foto's, en koos attributen die verwezen naar een staat van primitiviteit. Al sinds de jaren vijftig van de negentiende eeuw, bestond deze veel voorkomende en geliefde categorie: ‘volkstypen’.
Dergelijke foto’s werden ook los ter verkoop aangeboden. Het ging hierbij zowel om etnografische beelden als om foto’s van mensen die een bepaald ambacht uitoefenden. Midden en eind negentiende eeuw zijn het geënsceneerde studioportretten waarin de fotograaf zich artistiek uitleeft in de diversiteit van de lokale bevolking, en in een zo karakteristiek mogelijke weergave van het ambacht en zijn beoefenaar. De afgebeelde personen zijn zonder uitzondering anoniem en worden alleen aangeduid met hun etnische afkomst of hun beroep. Dergelijke foto’s, zoals van ‘de Dayak’ of ‘de slotenmaker’, bleven door hun tijdloosheid en folklorisme lang circuleren. Ze waren te koop bij commerciële fotografen en verschenen later in grote oplagen als ingekleurde prentbriefkaart.
Vanaf het moment dat veel Europeanen zelf over een camera gingen beschikken, maakte het algemene studioportret van een willekeurige verkoper of ambachtsman met zijn attributen plaats voor een portret van ‘Onze Verkoper’, die zijn koopwaar aanbiedt aan de vrouw des huizes. Aan het fotografische genre van etnografische volkstypen was al eerder een einde gekomen toen antropologen met een fotocamera op expeditie gingen en op locatie de bevolking gingen fotograferen. Deze portretten, gemaakt volgens een eigen methodologie, hadden een puur wetenschappelijk en geen commercieel doel.
Rob Jongmans
(1) Roodenburg 2002, p. 40
23,8 x 18,6cm (9 3/8 x 7 5/16in.)
Source: collectie.tropenmuseum.nl
Details