Handgebreid kindertruitje, gemaakt van draden van gesponnen hondenhaar. De kleine Liesbeth van Ogtrop woont tijdens de oorlog met haar broer Hein-Jan en ouders in Eemnes. De familie heeft een donkergrijze keeshond die luistert naar de naam Sten. Als Sten gekamd wordt, blijven bossen haar in de borstel achter. In de bitterkoude winter van 1944-1945 lijdt de familie Van Ogtrop geen honger dankzij de eigen teelt uit de moestuin, maar textiel, kolen en vele andere producten zijn bijzonder schaars. Liesbeths moeder komt op het idee de hondenharen van Sten, die ze jarenlang heeft opgespaard, opnieuw te gebruiken.