In het midden staat Fortuna. Zij is op de destijds gangbare wijze naakt afgebeeld. Haar ene voet steunt op een bol ten teken dat het geluk ongewis is en dat men er snel af kan vallen. De man naast haar en het zeegezicht daarachter verbeelden het ongeluk. Allerlei martelwerktuigen
worden over hem uitgestort. De vrouw rechts verbeeldt met haar hoorn des overvloeds de voorspoed.