Twee heren komen een kamer in, de een met een patrijs in de hand, de ander met een haas. Toch zien zij er in hun nette kleren niet uit alsof zij net hebben gejaagd. In de 17de eeuw zal de dubbelzinnigheid van de voorstelling wel begrepen zijn: ‘de haas jagen’ en ‘vogelen’ betekenden ‘de liefde bedrijven’. De mannen zijn dus op liefdesjacht.