Griekse grafamforen zijn monumenten die gedeeltelijk in de grafheuvel werden ingegraven. Ze hebben geen bodem, zodat het regenwater kon weglopen. Ook kon men zo plengoffers brengen aan de doden. Onder de amfora was de as van de gestorvene bijgezet, meestal vergezeld van allerlei bijgaven. De beschildering was over het algemeen sober en opgebouwd uit geometrische motieven die met wiskundige precisie over het oppervlak van de vaas zijn aangebracht.
Iets boven het midden van deze vaas staat een figuratieve voorstelling van de begrafenisstoet. Achter elkaar rijden kleine strijdwagens met twee wielen, telkens door één paard getrokken. De paarden worden gemend door krijgers met baarden. De figuurtjes zijn weergegeven als silhouetten. De sterke stilering van de paardenfiguren heeft een uitgesproken krachtig effect. De ruimte tussen de strijdwagens is opgevuld met geometrische motieven.