Grote kans dat je deze vogel weleens onopgemerkt hebt gezien. Aalscholvers staan vaak op een lantaarnpaal langs de snelweg zijn veren te drogen. Pas als hun veren droog zijn kunnen aalscholvers weer goed vliegen. Aalscholvers missen namelijk het waterafstotende vetlaagje op de veren dat andere watervogels wel hebben. Dit lijkt misschien onpraktisch, maar zonder vet kunnen aalscholvers veel dieper duiken dan andere vogels. Zo hebben ze minder concurrentie bij het jagen op eten.
De aalscholver wordt soms ook schollevaar genoemd. Heel toevallig is dit een anagram van aalscholver.
Dit exemplaar komt uit de collectie van de vogeldeskundige Jan Pieter van Wickevoort Crommelin (1830-1891). Het museum heeft aan hem het grootste deel van zijn opgezette Nederlandse (trek)vogels te danken. Hij was de grootste kenner van de Nederlandse vogelwereld in zijn tijd. Op zijn dertigste werd hij blind door een ooginfectie. Hij ging echter door met vogels verzamelen. Hij herkende op de tast welke vogelsoort hij in handen had.
Geïnteresseerd in Visual arts?
Krijg updates met je gepersonaliseerde Culture Weekly
Je bent helemaal klaar
Je krijgt deze week je eerste Culture Weekly.