Met losse, grillige penlijnen tekende Lambert Doomer de kop van deze mannetjesgeit, herkenbaar aan de harige sik en de karakteristieke geribbelde hoorns. Deze lopen krom naar achteren met de punten enigszins omhoog gericht en kunnen tot een meter lang worden.
De Amsterdamse kunstenaar maakte verscheidene schetsen van het dier, die hij dan weer gebruikte als voorbeeld voor de geiten op zijn schilderijen.