Deze scarabee was speciaal bedoeld voor een overledene. Op de buik van het sieraad staat een spreuk uit het Dodenboek. Hierin wordt het hart verzocht om tijdens het ‘dodengericht’ in het hiernamaals niet te getuigen tegen zijn eigenaar. De scarabee heeft een gouden omlijsting en is bevestigd aan een ketting van in elkaar gehaakte gouden ringetjes. Op de rug staat geschreven dat het aan Djehoety toebehoorde, een generaal onder koning Thoetmosis III. Samen met andere kostbare juwelen lag de scarabee op Djehoety's mummie. Na de ontdekking van zijn graf in Sakkara in 1824 raakten deze voorwerpen verspreid over verschillende musea.