‘Een Dier als een Haes, met groote lepels’ Zo beschreven Hollandse ontdekkingsreizigers de kangoeroe. Ze zijn de grazers van de savannen in Australië, net als de antilopen in Afrika. Maar hun lichaamsbouw en voortbeweging zijn heel anders. Door het springen op twee poten bereikt de kangoeroe een grote snelheid. Aan het skelet is goed te zien hoe het lichaam is ingericht om te springen. Voor het ontwijken van roofdieren lijkt dit niet nodig: in Australië komen geen grote roofdieren voor.
Kangoeroes zijn buideldieren. De vrouwtjes hebben op een buik een grote huidplooi: de buidel. In de buidel worden het jonkie gedragen, ook wel 'Joey' genoemd. Als het jong elf maanden is, moet hij op eigen benen leren staan.
Geïnteresseerd in Natural history?
Krijg updates met je gepersonaliseerde Culture Weekly
Je bent helemaal klaar
Je krijgt deze week je eerste Culture Weekly.