Rembrandt heeft maar een klein aantal landschappen geschilderd. Meestal waren dat gefantaseerde vergezichten, met bergen op de achtergrond. De verschillende onderdelen van dit landschap – zoals de brug – kan hij heel goed in het echt hebben gezien, maar hij voegde ze samen tot een nietbestaand geheel. Magisch is het licht: een zonnestraal breekt door de wolken, waardoor de naderende onweerslucht dubbel
zo dreigend lijkt.