Dit schilderij stelt in vogelperspectief een weids imaginair landschap onder een rustige hemel voor. Links verheft zich een rotsmassa, rechts slingert een rivier zich naar de horizon. De subtiele opeenvolging van bruine, groene en blauwe zones wekt de indruk van een oneindig perspectief. Dit gevoelig weergegeven tafereel is het werk van Joachim Patenier die in de eerste plaats een landschapsschilder schijnt te zijn geweest. Zo werd hij althans omschreven door zijn collega en vriend Albrecht Dürer, toen die in 1520 te Antwerpen verbleef. Patenier was wellicht niet de eerste schilder die deze specialiteit beoefende, maar hij droeg in hoge mate bij tot het omkeren van de formele verhouding tussen landschap en menselijke figuur. Zijn composiete panorama's, die de ganse wereld lijken te omvatten, kregen de Duitse naam "Weltlandschaften" (Wereldlandschappen) mee. Toch gaat het wel degelijk om devotiestukken, waarin zowel het landschap als de figuren - hoe klein zij ook mogen zijn - een essentiële rol spelen (naar Sabine van Sprang, in 'Museum voor Oude Kunst. Een keuze')