Hier gebeurt iets ongewoons. Het dorp in dit Hollandse landschap is Diemen, maar Rembrandt plaatst het aan de voet van een imaginair gebergte. Met de bergen in zijn rug loopt een jager met twee windhonden op het pad. Over zijn schouder heeft hij een lange stok om hazen uit hun leger te porren. Er is nog geen buit te zien; waarschijnlijk moet de jacht nog beginnen.