‘Het Konststukje verbeeldende een vrolyk gezelschap, sommige zeggen de Verloore Zoon, dog ’t meest bekent door de naam van ’t pissende Jongetje […].’ Zo beschreef kunstenaarsbiograaf Arnold Houbraken Verkoljes reproductieprent naar Jan Baptist Weenix. Dat Houbraken de enigszins platte titel van het werk noemt, is meer dan begrijpelijk. Het kind, dat zijn straal in de bek van de hond richt, steelt hier de show.