Ontevreden met de eerste beeltenis die Rembrandt van hem maakte, bestelde de pathologisch ijdele Coppenol een tweede portret. Dit werd Rembrandts grootste portretprent ooit. Met aan de onderzijde een brede marge, waar Coppenol de lofdichten op zijn schoonschrift kon kalligraferen die vooraanstaande literaire personen voor hem hadden gemaakt.