In de tweede staat voltooide Rembrandt de voorstelling door een Italiaans landschap in de achtergrond toe te voegen, wat toepasselijk is voor een heilige uit Assisi. Hij voerde de toevoegingen niet in drogenaald uit, maar etste deze alsnog in de koperplaat. Deze volgorde, ets nà drogenaald, was bijzonder experimenteel. Het was de eerste en meteen ook de laatste keer dat hij dit deed.