Een jager en zijn hond zitten aan de voet van een boom. Nonchalant houdt de man een dode patrijs en een jachtgeweer in zijn handen. Dit lijkt misschien een onschuldig tafereeltje, maar voor 17de-eeuwers had het een erotische lading: jagen was een synoniem voor de minnejacht, vogelen voor de liefde bedrijven.
De jager – in fantasiekleding – is een zelfportret van de Leidse fijnschilder Arie de Vois. Zijn schilderijen onderscheiden zich van het werk van de andere Leidse fijnschilders door hun fluwelige uitstraling.