In zijn vroege zelfportretten oefent Rembrandt vaak met het weergeven van licht of emoties. Deze latere prenten daarentegen, maakte hij verhalender door zich uit te dossen in een fantasiekostuum (compleet met oosters zwaard) of in 16deeeuwse kleding. Met die laatste variant plaatst hij zich tussen bewonderde 16de-eeuwse kunstenaars, zoals Lucas van Leyden, Titiaan of Rafaël.