Een raamantenne is in principe een zelfinductie oftewel een spoel. Tezamen met een capaciteit wordt een afgestemde kring gevormd. In verbinding met een ontvanger is radio-ontvangst mogelijk. Het opvangend vermogen hangt af van de afmetingen van het raam, maar is doorgaans aanzienlijk kleiner dan van een draadantenne. Een raamantenne vereist een gevoelig ontvangtoestel. Raamantennes werden aanvankelijk gebruikt met meervoudige hoogfrequentversterkers. De antenne is gebruikt voor experimenten en daardoor niet meer in oorspronkelijke staat. Technische details: Mahoniehouten voet op drie geverniste geelkoperen stelschroeven voor de horizontale opstelling. Drie aansluit-klemschroeven in verbinding met drie geelkoperen concentrische stroomrails in verzonken gedeelte van de houten voet. Draaibaar raam met een centrale as. Punt boven, met conisch uitgevoerde lager met moer aan de onderzijde van de grondplaat. Totaal 60wdg van geisoleerd rood koperdraad over een breedte van ongeveer 45mm, gespatieerd door ebonieten staafjes. De sleepcontacten voor de drie stroomrails in het bovengedeelte zijn niet meer aanwezig. De aansluitcontacten van het raam, inclusief aftakking, zijn nu klemblokjes.