Apollo is van oorsprong een Griekse god, maar hij werd onder dezelfde naam ook door de Romeinen vereerd. Zowel bij de Grieken als de Romeinen was Apollo in de eerste plaats de god van de zon en het licht. Daarnaast was hij ook de god van de herders en kuddes, de waarheid, het goede, het schone, de (dicht)kunst, de muziek en de culturele activiteiten, de profetie, medicijnen, de genezing en het recht. Apollo zorgde voor orde en rust en hield de rechtspraak in de hand. Hij was bovendien een vaardige oorlogsgod, die in staat was zijn pijlen over zeer grote afstand af te schieten.
Dit beeld van Apollo is een Romeinse kopie van een Grieks origineel. Zijn linkerhand rust op de ‘omphalos’ (navel). Dit is een verwijzing naar de orakelstad Delphi, die door de oude Grieken als middelpunt (navel) van de wereld werd beschouwd. In zijn andere hand houdt Apollo de lauwerkrans vast. Deze krans herinnert aan zijn liefde voor de nimf Daphne, die in een laurierboom veranderde.