De Haarlemse schilder Heda specialiseerde zich in ‘ontbijtjes’ en ‘banketjes’. Hij werkte met voornamelijk bruine en grijze tinten; die sobere kleuren zorgen voor eenheid in de compositie en smeden de verschillende onderdelen samen: een vis met kappertjes en citroen, een broodje, wat hazelnoten, wijnglazen en een zilveren drinkschaal. Heda besteedde veel aandacht aan de weerkaatsing van het licht op de verschillende objecten – elk materiaal kreeg zijn eigen glans. Daar was hij een meester in.