Hofleven spreekt tot de verbeelding. In de collectie van het Tropenmuseum bevindt zich een losbladig album met studioportretten van de sultan van Yogyakarta en zijn familie. Hofalbums als deze werden als herinneringsalbums gegeven aan uit Yogya vertrekkende bestuursambtenaren of andere lokale Europese elite. Dit exemplaar is afkomstig van J. Mullemeister (1838-1926), Resident in de periode 1889-1891. Het belangrijkste portret in de serie is uiteraard dat van Hamengku Buwono VII (1839-1921) zelf, sultan sinds 1877. Hij draagt een heel bijzonder kledingstuk: een kopie van een jasje dat volgens Javaanse overlevering eind vijftiende eeuw door de profeet Mohammed zelf was geschonken, en dat door de sultans als pusaka (heilig erfstuk) in het paleis werd bewaard. Die herkomst gaf het gezag van de sultans over hun onderdanen extra religieus gewicht. Zijn status is ook af te lezen aan het reusachtige parang rusak (gebroken kapmes) motief op zijn kain panjang (wikkelrok). Verder draagt hij onder meer sumping ron oorsieraden en een kuluk (hoofddeksel). De sultan zit op de dampar kencana, de gouden troon met een voetenbank. Links achter de op een voetstuk geplaatste kwispedoor, is een sirihset te zien. Alles wijst erop dat we hier te maken hebben met een officieel staatsportret. Dergelijke portretten werden vooral vervaardigd om status en aanzien uit te stralen, niet om een persoonlijk aspect van de sultan te onthullen. De pose is ook op andere foto’s van deze en andere sultans te zien. Vaak ook is hij geportretteerd in militair uniform, daarbij een andere kant van zijn status onderstrepend.
De foto’s zijn in de jaren 1880-1890 gemaakt door de Javaanse hoffotograaf Kassian Céphas (1845-1912). Hij had een fotostudio in Yogya, maar zal zijn decors voor deze gelegenheid naar de kraton (paleis) hebben gebracht. De nadruk op status en symbolische betekenis van de vorst en diens familie geeft de portretten een formele uitstraling die sterk contrasteert met ander werk van Céphas. Zo presenteren zijn esthetische portretten van jonge Javaanse vrouwen, waarbij hij waarschijnlijk werd geassisteerd door zijn zoon en opvolger Sem, een geheel andere wereld. De afstand tussen fotograaf en model lijkt in die portrettenreeks te ontbreken, de sfeer is meer ontspannen, losjes, levendiger. Deze foto’s dienden dan ook een ander doel. Ze waren bestemd voor een breder publiek van Indië-gangers en reizigers, en populair, al of niet vanwege hun exotische en sensuele uitstraling. Ze werden tevens als prentbriefkaarten in omloop gebracht, voorzien van een gedrukte tekst: “Javaansche schoone / Native beauty”. Het Tropenmuseum bevat een bijzonder fraai exemplaar uit de serie, een met de hand ingekleurde daglichtgelatinezilverdruk (60027279). Gefluisterd werd dat het een uit de kraton ontvoerde prinses zou betreffen. Dat verhaal kan naar het rijk der fabelen worden verwezen, maar onderstreept de exotische lading die aan deze foto kleeft.
Rob Jongmans
21,4 x 15,6cm (8 7/16 x 6 1/8in.)
Source: collectie.tropenmuseum.nl
You are all set!
Your first Culture Weekly will arrive this week.