Nicolaas Doekscheer, de bewoner van Keizersgracht 524, liet in de Kerkstraat achter zijn tuin een groot koetshuis in rococostijl bouwen. Hier is hij afgebeeld in gesprek met de tuinman, terwijl zijn vrouw de dienstmeid toespreekt. De twee jonge mannen zijn Doekscheers neven en erfgenamen. Het schilderij heeft nog zijn originele rococolijst.