In deze zeer gedetailleerde ets verbreekt een monnik de gelofte dat hij zonder vrouw zal leven. Aan de rand van een korenveld geeft hij zich over aan een van zijn pleziertjes. Gelukkig staat het koren zo hoog dat de oogstende man verderop niet doorheeft wat er gebeurt. Rembrandt gaat hier mee met de destijds gangbare reputatie van de melkmeid – herkenbaar aan de kruik – als losbandig type.