Nadat Rembrandt in de jaren 50 in financiële problemen was geraakt, verhuisde hij naar een huurhuis aan de Rozengracht. De Amsterdamse elite klopte niet meer zo veelvuldig bij hem aan als voorheen. Toch bleef hij populair: dit belangrijke gilde vroeg hem voor hun portret. Rembrandt maakte er een levendige scène van, door te doen alsof ze – gestoord door onze binnenkomst – even opkijken van hun werk.