Een van de beroemdste kunstenaars uit de oudheid was Praxiteles, een beeldhouwer uit de vierde eeuw v.Chr. Hij heeft enorme invloed op andere beeldhouwers gehad, zoals te zien is in dit grafreliëf. Praxiteles was een meester in het weergeven van de ‘contrapost-houding’: het lichaamsgewicht rust hierbij op één been, waardoor het andere been los van de grond komt. Hierdoor kantelt het bekken en draaien de schouders in tegenovergestelde richting. Zo komt er beweging in een beeld dat toch evenwichtig en harmonieus aandoet.
Op deze rechthoekige grafsteen staat een naakte jongeman. Hij houdt een duifje vast bij de vleugels. Onder het duifje heeft zich een hondje bevonden. Bij een restauratie in de negentiende eeuw is dat helaas weggehakt. Vogels en hondjes waren in de oudheid gewild als huisdier. Ze werden vaak op grafstèles van kinderen afgebeeld. Ze vormen mogelijk een verwijzing naar het plezier van de jeugd. De duif wijst op zachtmoedigheid en kinderlijke onschuld. Het diertje stond ook symbool voor de ziel die na de dood het lichaam verlaat.