De stam van deze zoutvaten heeft de vorm van een jongetje dat door een dolfijn wordt gedragen. Lutma gaat bewust de vergelijking aan met Adam van Vianen, die ook zoutvaten en schalen met een menselijke figuur als stam had gemaakt. De voeten zijn uit kwabornament opgebouwd, en de schelpvormige bakjes eindigen in een kwabachtige monsterkop.