Teerlink schilderde meestal weidse vergezichten, maar hier bracht hij op een groot formaat een klein stukje natuur in beeld. De monnik die afdaalt om water te halen leidt onze blik naar het stromende beekje op de voorgrond. Voor de vele details in deze voorstelling, zoals de planten bij het stroompje, putte de schilder waarschijnlijk uit zijn portfolio vol getekende natuurstudies.