In dit schilderij legde Van Ruisdael de essentie van het Hollandse landschap vast. Vanaf een hoog duin kijken we over het vlakke land in de richting van Haarlem, de stad in de verte. Daarboven strekt zich een onmetelijke lucht uit waarin stapelwolken voorbijglijden.
Van Ruisdael liet de zon door de wolken schijnen, waardoor licht en schaduw elkaar afwisselen. Via de zonnige plekken leidt hij onze blik de diepte in, van de velden waar linnen ligt te bleken, naar de Haarlemse Bavokerk in de verte.