Haesje van Cleyburg, vrouw van een welgestelde Rotterdamse bierbrouwer, is deftig maar uiterst sober gekleed. Ze is niet mooier gemaakt dan ze was: de rimpels, de wallen onder de ogen, de borstelige wenkbrauwen en het grijzende haar zijn zorgvuldig weergegeven. Wat het portret een grote bekoring geeft, is de iets geopende mond met het begin van een glimlach.