In Judea (Ayutthaya), de koningsstad van Siam (Thailand), opende de VOC in 1608 een handelskantoor voor de handel in verfhout, tin en dierenhuiden. Daarvandaan werden ook met succes contacten met het Siamese hof onderhouden. Al in 1609 zond de koning een gezantschap naar de Republiek om de diplomatieke betrekkingen te versterken. Uiteindelijk kreeg de VOC toestemming een eigen scheepswerf in Judea te bouwen.