In het religieus tolerante Istanbul namen de derwisjen een bijzondere plaats in. Zij probeerden door gebed, muziek en wervelende dans in trance te raken en zo in contact te komen met Allah. Twee keer per week hielden zij hun dansceremonie, waarbij bezoekers konden komen kijken. Vanmour zal geregeld op de tribune hebben gezeten om het draaien van de derwisjen te bestuderen.